Voor de beheersing van scheurvorming heeft de
weerstand van het staal van de wapening geen invloed op de hoeveelheid
benodigde wapening maar alleen het dwarsdoorsnede oppervlak.
Indien de wapening een structurele functie heeft,
betekent het feit dat het staal een grotere weerstand heeft niet noodzakelijk
dat de hoeveelheid wapening naar evenredigheid mag worden verminderd want,
gelet op de eisen van minimum hoeveelheid, blijft meer dan de helft van de
weerstand van staal, in de overgrote meerderheid van de gevallen, onbenut.
Met betrekking tot
metselwerkwapening is het de ductiliteit van het staal dat het mechanische
gedrag van de muur werkelijk verbetert, en niet de weerstand. Daarom is het bij
metselwerkwapening verkieslijk, niet alleen om scheurvorming te voorkomen maar
ook voor krachtoverbrenging, dat het staal bij breuk een hoog
vervormingspercentage heeft (de parameter die de ductiliteit bepaalt), en niet
zozeer een hoge weerstand.